De vraag ‘Bent u overdag vaak thuis’ is in de enquête opgenomen omdat uit belevingsonderzoek naar de woonomgeving bekend is dat mensen die veel tijd in hun woonomgeving anders oordelen over hun buut dan mensen die minder tijd thuis doorbrengen. In leefbaarheidsonderzoeken zijn we deze vragen nog niet tegengekomen. Wel is vaak een vraag opgenomen over het hebben van fulltime of parttime werk. In dit onderzoek is gekozen voor de vraag het thuis zijn, omdat er nogal veel wijkbewoners regelmatig een of meerdere dagen per week thuiswerken.

Het percentage mannen dat overdag vaak thuis is, is ongeveer even groot als het percentage vrouwen. Dit percentage neemt voor zowel mannen als vrouwen gestaag tot met de leeftijd. De oudste deelnemers (75-85-ers) aan de enquête, zijn allemaal vaak thuis.

Bijna een derde van de mannen is regelmatig overdag thuis, tegen de helft van de vrouwen. Voor alle leeftijdsgroepen van mannen tussen de 25 en 65 is het percentage dat regelmatig overdag thuis is, nagenoeg constant. Terwijl voor de vrouwen een ander patroon te zien is. Van de jongere vrouwen tot 55 is ruim de helft overdag vaak thuis en van de 65-75-er de helft. Vrouwen van 55-65 lijken minder vaak regelmatig thuis te zijn dan jongere en iets oudere vrouwen, maar het aantal respondenten is te klein om daar uitspraken over te doen.

Niet of nauwelijks overdag thuis is ongeveer een derde van de mannen en een vijfde van de vrouwen. Deze percentages komen geheel voor rekening van de 65-minners. Het percentage mannen dat overdag niet of nauwelijks thuis is, neemt gestaag af met de leeftijd. Het percentage vrouwen dat overdag niet of nauwelijks thuis is lijkt juist toe te nemen met de leeftijd. Mogelijk dat vrouwen vaker meer gaan werken als de kinderen ouder worden of de deur uit zijn.